Bromaat, chloride, chloraat, bromide en nitraat worden gescheiden ineen kolom gevuld met een ionenwisselaar met lage capaciteit bestaande uit inerte kernen van styreen/divinylbenzeen-copolymeer waarop tetramethyl-ammoniumgroepen zijn aangebracht. Als eluens wordt een natriumcarbonaat/natriumwaterstofcarbonaatoplossing gebruikt. De gescheiden ionen worden gedetecteerd door meting van de soortelijke (elektrische) geleiding van de vloeistofstroom. Door na de scheidingskolomeen membraansuppressor te plaatsen worden de kationen in het monsteren de natriumionen uit het eluens tegen de hydroniumionen (H3O+) uitgewisseld. Hierdoor wordt de soortelijke geleiding van de loopvloeistof door de vorming van H2CO3 sterk verlaagd. Tevens wordt door de hogere soortelijke geleidbaarheid van het waterstofion ten opzichte van de overige kationen een beduidend hogere gevoeligheid verkregen. |