Dit voorschrift beschrijft een methode voor de bepaling van de gehaltes van PAK in afvalwater. Aan een vial wordt monster, hexaan en interne standaarden toegevoegd. Na extractie wordt het extract door middel van on-column injectie, capillaire gaschromatografie en massaselectieve detectie onderzocht. Identificatie en kwantificering vindt bij voorkeur plaats met 3 SRM"s, door vergelijking van de retentietijden en berekening via piekoppervlak. Hierbij wordt gecorrigeerd m.b.v. interne standaarden. |
Door RvA geaccrediteerde matrices: | Afvalwater |
Rapportagegrens: | 0.02 μg/l, matrix afhankelijk |
Meetonzekerheid: | 50% |
Houdbaarheid: | 7 dagen
|
Monsterfles: | Glas
, bruin
, 100 ml
(volledig vullen)
|
(RG = 0.02 μg/l) | acenaftyleen; acenafteen; fluoreen; fenantreen; antraceen; fluoranteen; pyreen; benzo(a)antraceen; chryseen; benzo(b)fluoranteen; benzo(k)fluoranteen; benzo(a)pyreen; dibenzo(ah)antraceen; benzo(ghi)peryleen; indeno(1,2,3-cd)pyreen; naftaleen |