Ontwikkelingen nieuwe zwemwaterregeling
De invoering van de nieuwe Omgevingswet, en daarmee de nieuwe zwemwaterregeling, is uitgesteld. Wij willen u alvast informeren over de veranderingen die de nieuwe regeling met zich meebrengt. Er komt meer ruimte voor innovatie en eigen inzichten, maar er worden wel een risico-inventarisatie en beheersplan en een uitgebreidere monitoring van de waterkwaliteit vereist. WLN ondersteunt u graag bij alle veranderingen.
Uitstel invoering Omgevingswet
Door de coronacrisis gaat de invoering van de Omgevingswet meer tijd kosten dan verwacht (zie de brief van minister S. van Veldhoven van 1 april 2020 aan de Eerste en Tweede Kamer). De nieuwe regeling zwemwater is onderdeel van de Omgevingswet en de invoering daarvan wordt daarmee ook uitgesteld. Een nieuwe invoeringsdatum is nog niet voorgesteld.
Gevolgen nieuwe Omgevingswet voor zwembaden in het kort
Voor zwembaden betekent de invoering van de Omgevingswet een overstap naar nieuwe regelgeving. Deze nieuwe regelgeving biedt ruimte voor innovatie en eigen inzichten, maar het brengt ook uitdagingen en verantwoordelijkheden met zich mee.
Concreet betekent de wijziging de volgende zaken:
• De lijst met de maandelijks te meten parameters wordt fors uitgebreid.
• Bepaalde grenswaarden worden aangescherpt.
• Elke zweminrichting moet een risico-inventarisatie en beheersplan opstellen.
• De in het beheersplan vermelde werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om de hygiëne en veiligheid te waarborgen
Uitgangspunten nieuwe zwemwaterregeling
De provincie is en blijft toezichthouder. In de huidige regelgeving staan heel veel verplichtingen/eisen waaraan een zweminrichting moet voldoen. Bij de huidige regelgeving kan de inspecteur van de provincie u wijzen op bepaalde tekortkomingen die niet in overeenstemming zijn met deze verplichtingen/eisen.
Met de nieuwe regelgeving worden alle huidige eisen over boord gegooid. De strakke eisen maakten dat bepaalde innovaties niet doorgevoerd konden worden. Het is echter niet zo dat het fout is als u deze eisen blijft hanteren.
In de nieuwe regelgeving wordt de exploitant van een zweminrichting zelf verantwoordelijk gesteld voor de wijze waarop hij/zij het zwembad exploiteert. Aan de hand van een verplicht op te stellen risico-inventarisatie (overgangstermijn een jaar) moet de zwembadexploitant aantoonbaar maken dat de wijze waarop het zwembad geëxploiteerd wordt, veilig is. De nieuwe wet biedt dus heel veel ruimte voor nieuwe innovaties.
Monitoring waterkwaliteit
In de nieuwe regelgeving zijn er dus veel meer vrijheden voor de exploitatie van de zweminrichting. Daartegenover staat dat het door een geaccrediteerd laboratorium uit te voeren maandelijkse onderzoek veel uitgebreider wordt. De door de zwembadhouder uit te voeren metingen (vrij en gebonden chloor, zuurgraad en doorzicht) blijven gelijk als in de huidige regelgeving.
In de huidige regelgeving wordt alleen koloniegetal 22˚C als bacteriologische parameter gemeten. Deze parameter komt te vervallen. In plaats hiervan worden drie verschillende micro-organismen gemeten:
• Pseudomonas
• Enterokokken
• Sulfietreducerende Clostridia
Bij de maandelijkse controle worden uiteraard ook nog steeds vrij chloor, gebonden chloor, zuurgraad en doorzicht vastgesteld. Voor de zuurgraad zal er een nauwer venster worden gehanteerd waarbinnen de waarde moet blijven.
Naast de hierboven aangegeven parameters moet voor elk bad ook maandelijks de troebelheid worden gemeten.
Voor elk hoofdbad moeten naast de nu gebruikelijke parameters kaliumpermanganaarverbruik en ureum ook de volgende parameters worden gemeten:
• Chloride
• Nitraat
• Waterstofcarbonaat (bufferend vermogen)
De parameters chloride en nitraat geven inzicht in de verversingsgraad van het zwemwater. Voorheen was dat voornamelijk ureum, maar met een actief koolfilter kan ureum selectief worden verwijderd zodat er minder goed inzicht is in de verversingsgraad van het zwemwater. Waterstofcarbonaat was ook al vermeld in de huidige regelgeving. Deze hoefde echter alleen te worden gemeten als er twijfel was over de kwaliteit ten aanzien van deze parameter. De waarde van deze parameter zegt iets over de pH stabiliteit (bufferend vermogen) en mogelijke kalkagressieve eigenschappen van het zwemwater.
In de huidige regelgeving zaten, behalve gebonden chloor, geen parameters die inzicht gaven in de aanwezigheid van desinfectie bijproducten (DBP’s), terwijl de aanwezigheid van deze stoffen veel overlast kunnen geven. Daarom moet er in de nieuwe regelgeving, elk hoofdbad eens per kwartaal worden onderzocht op de volgende stoffen:
• Trihalomethanen (Chloroform, Bromoform en bijbehorende tussenproducten)
• Chloraat
• Bromaat
Tot slot moet, eens per jaar, de lucht worden gecontroleerd op de aanwezigheid van trichlooramine.
Een ander zal betekenen dat de kosten voor het maandelijkse wettelijk verplichte onderzoek hoger worden.
Overzicht meetprogramma’s
In de Tabel zijn de meetprogramma’s van de oude en de nieuwe regelgeving naast elkaar gezet met de bijbehorende nieuwe grenswaarden.
Elke parameter is ingedeeld in een beoordelingsklasse, waarbij klasse I de zwaarste beoordelingsklasse is.
Onder- of overschrijding van een klasse I parameter betekent dat het bad onmiddellijk moet worden gesloten voor publiek. Pas nadat middels nieuwe metingen is aangetoond dat de kwaliteit weer volgens de gestelde eisen, is mag het bad weer geopend worden voor publiek.
Klasse II betekent dat het bad gesloten moet worden na twee opeenvolgende overschrijdingen.
Klasse III betekent dat het bad gesloten moet worden na drie opeenvolgende overschrijdingen.